• Menu
  • Menu

Biking through OZ Part VI: Fietsen over de Nullarbor

Ik zou je hier kunnen vertellen wat ik elke dag op de Nullarbor heb gedaan. Ik zou beginnen met vertellen op dag één en eindigen op dag tien.

Je zou dan lezen dat ik de eerste dag 130 kilometer had gefietst met wind in de rug. Dat de bomen steeds lager werden en de aarde steeds roder. Ik zou je vertellen over twee emu’s die naast me renden in de berm en vervolgens vlak voor m’n fiets overstaken. Ik zou kunnen zeggen dat ik een tornado heb gezien, wat overigens ook echt zo is. En ik zou kunnen vertellen dat ik rijst met pinda’s heb gegeten in m’n tentje die ik ergens in de middle of nowhere had opgezet.

Zooo dikke tornado of wat?

Ik zou je vertellen dat er de tweede dag wat meer regen was. Van die regen die alleen lijkt te vallen op de momenten dat je je regenjas net uit hebt gedaan. Je zou lezen dat ik een kampvuurtje bouwde en daar rijst met pinda’s op maakte. En dat ik in de ochtend overnight oats at. Dit zou ik je overigens ook vertellen op dag 3,4,5,8 en 9 al gebruikte ik toen een gaspitje in verband met het risico op grote branden. Je zou ook lezen dat dag twee de eerste dag was dat ik zonder muziek fietste en dat het veel fijner is om te luisteren naar je eigen gedachten dan naar muziek.

Kampvuurtje in the middle of nowhere
Kampvuurtje in the middle of nowhere

Gek genoeg zou ik je in de eerste twee dagen weinig vertellen over het fietsen. Want fietsen is precies wat het is: fietsen. Gewoon trappen totdat je ergens aankomt. Niet moeilijk en zoals met zoveel dingen gewoon een kwestie van opstaan en doen. Iedereen kan het. Iedereen vertelt je ook dat zij het nooit zouden kunnen. Het probleem is echter vaak het opstaan, althans in de ochtend. Als je eenmaal aan het fietsen bent is opstaan juist de oplossing; krijgt je zaakie tenminste even rust.

IMG_8971

Toch is het ook meer dan fietsen. Je benen trappen wel, maar je hoofd is ergens anders. Je denkt na over de betekenis van het leven en komt tot de conclusie dat zoiets niet bestaat. Je denkt na over tijd en wat voor een raar concept dat eigenlijk is. Stel je voor dat je niet weet hoe oud je bent. Stel je voor dat je geen horloge hebt. Je bedenkt dat tijd niets anders is dan de ervaring van veranderingen en verzint daar dan een leipe theorie bij die je weer vergeet zodra je het volgende bordje bereikt waarop staat dat je weer 10 kilometer gefietst hebt. “Yeah another 10 k’s, you’re a fucking legend.’

IMG_9013

Soms bereik je een roadhouse en bestel je een steakburger, een bord patat, een koud drankje en daarna nog één. Dat je vervolgens 35 dollar mag afrekenen neem je maar even voor lief. Je raakt altijd aan de praat met mensen. Ze willen weten wie zo gek is om over de Nullarbor te fietsen, in de auto vinden ze het al spannend. Gepensioneerden vertellen over hun kleinkinderen. “My grandson is really into cycling as well, he rides his bike to school everyday and he’s only 8.” “Oh that’s good on him” zeg je dan terwijl je denkt “Does it look like I give a fuck?”

Roadhouse
Roadhouse

Soms rijd je en zou je zweren dat er een auto achter je zit. Als je vervolgens achterom kijkt zie je dat de auto vaart geminderd heeft en er iemand een foto van je probeert te maken. Soms zou je zweren dat er niks achter je zit en komt er ineens een gepensioneerde in z’n caravan op een halve meter naast je voorbij vliegen. Je tilt je linker arm op en schud je hoofd in ongeloof. De hele andere weghelft is vrij en deze debiel moet op een halve meter afstand passeren. “Ach hij zal wel oud en blind zijn. Laat ‘m maar lekker gaan, met z’n badmuts.”

Casual de volgende tijdszone infietsen
Casual de volgende tijdszone in fietsen

Soms stop je in een free camp; een plek langs de weg waar je mensen in caravans en campers vindt. Vaak zijn dat oude lui, één keer was dat een gezin met vijf kinderen waarvan de vader de transformatie had gemaakt van drugsgebruikende rockbandzanger tot priester of dominee of in ieder geval iets in de kerk. Dat hij ook kanker had was niet aan hem af te zien en we dronken samen met zijn vrouw biertjes. Zeker als je die dag 185 kilometer hebt gefietst heb je er maar een paar nodig.

Unwanted passenger
Unwanted passenger

Soms heb je het idee dat je voorgelogen wordt. Allereerst staan er op de Nullarbor, wat Latijn is voor ‘geen bomen’, gewoon bomen. Ja ok, op een klein stuk van ongeveer 200-300 kilometer zijn er echt geen bomen, maar het blijft raar om een plek te vernoemen naar iets wat er niet is, zeker als het er dan wel blijkt te zijn.

niet hoog, maar toch echt een zooitje bomen
niet hoog, maar toch echt een zooitje bomen

Soms dacht ik na over wat ik gestudeerd had; economie. Waarom moet het altijd maar groeien? Waarom konden we niet leven in duurzame harmonie? We verneuken de omgeving en bovendien hoe kun je van groei spreken als mijn opa met een mager loontje en zeven kinderen in z’n eentje een huis kon kopen terwijl je nu zelfs zonder kinderen een tweepersoonsinkomen nodig hebt om een hypotheek te krijgen voor een klein appartementje? En daarna keek ik naar de zonsondergang dacht ik: “ach wat kan mij het ook verrotten.”

sunset
sunset

Negatieve gedachtes waren vooral present op de dagen met tegenwind. Windstoten van 65 km/u verleiden je tot verwensingen waarbij je nog meer van dezelfde ziekte wenst: “krijg de tyfus tyfuswind met je tyfusgeblaas.”

Met wind in de rug ben je niet te stoppen. Ook niet door das Deutsche Schöne Mädchen die in het roadhouse werkt en vraagt: “are you staying for the night?” en vervolgens antwoordt met “maybe” als je haar vraag beantwoordt met: “well, would you like me to?” Één ding had ze namelijk nog niet begrepen en dat was dat de vlaggen buiten geen “maybe” zeiden. Die wapperden allemaal in één richting en zeiden in koor: “je hebt wind in de rug, ga fietsen idioot.” En zo geschiedde.

IMG_9175
Sunrise and truely no trees

Dat was trouwens de dag dat ik de familie met vijf kinderen tegen kwam. Dat doet er niet zo heel veel toe want ik had nog niet verteld over de zonsondergangen en de zonsopgangen. En ook nog niet over de Bundacliffs. En ook niet over het feit dat ik een jongen tegenkwam waar ik twee maanden geleden bij had gecouchsurft. Op de fucking Nullarbor, what are your chances? Alles was mooi op z’n eigen manier.

Bundacliffs
Bundacliffs

Ik zou je ook nog kunnen vertellen over twee lekke banden zodat het lijkt of ik ook wat tegenslagen had. Maar zoals zo vaak pakt een tegenslag alleen maar goed uit. Zonder die lekke band had ik de double rainbow tijdens zonsondergang gemist.

Goedkijken: double rainbow en een lekke band
Goed kijken: Double rainbow en een lekke band

Trouwens nog even over dat gezin met vijf kinderen. Ik zat in de ochtend m’n muesli te eten en het gezin was wakker. Ik zei tegen mezelf: “God als je echt bestaat, dan zorg je dat ik over vijf minuten koffie heb.” Drie minuten later kwam Joe ‘the rocker-become-priest’ naar me toe om te vragen of ik koffie wilde. Hm, the lord and his mysterious ways.

Ik heb je ook nog niet verteld over m’n telefoon. Die stond dus de gehele 10 dagen uit. Had geen bereik. Een telefoontje vanuit een telefooncel was m’n enige contact met de buitenwereld. Het was raar in het begin, maar je beseft al snel dat je geen telefoon nodig hebt om uit te vogelen wat er gaande is in de wereld. De vogels fluiten, de kangoeroes springen of liggen dood in de berm en jij zit op de fiets. Lekker simpel en prima. De volgende digitale detox staat alweer gepland op een datum die ik nog moet kiezen.

Hier moet je dus munten ingooien en dan kun je bellen. Totally de future.
Hier moet je dus munten ingooien en dan kun je bellen. Totally the future.

Het nadeel van een digitale detox is dat je ook daadwerkelijk geen benul hebt van wat er gebeurt in de buitenwereld. Zo vond ik pas vijf dagen later uit dat de oom die ik in Adelaide zou gaan bezoeken inmiddels was overleden. Hij was al ziek, maar ik had toch gehoopt hem nog te zien. Ook voor de begrafenis was ik helaas te laat.

Zoals wel vaker wanneer iemand ziek is of komt te overlijden, ontstaan er ook weer unieke situaties. In dit geval betekende het dat twee van mijn tantes uit Engeland en m’n neef uit Perth allemaal tegelijk bij m’n tante in Adelaide zouden zijn als ik aan zou komen. Uniek om aan de andere kant van de wereld met zoveel familie samen te zijn.

Met nog ongeveer 800 kilometer te gaan, zou dit maximaal één week fietsen zijn. Ik begon met fietsen, maar nam na 70 kilometer een pauze en besloot om m’n tent op te zetten. Ik wilde daar zitten, beetje over zee uit turen, boekie lezen, zonsondergang kijken. Je weet wel het ontspannen leven.

lekker wakker worden
lekker wakker worden

De volgende dag doe ik 40 km. In m’n achterhoofd inmiddels een stemmetje: “het is hier wel heel relaxed en mooi, maar als je op dit tempo gaat mis je de familie.” Vervolgens probeer je wat te versnellen maar merk je dat je niet meer optimaal geniet door de dingen die je over moet slaan. En dat is niet goed. Je merkt dat je de beoogde bestemming Melbourne nog niet bereikt hebt maar je je doel al wel voorbij bent gestreefd. Het doel was en is ten alle tijden namelijk om te genieten.

Je denkt na en praat wat met mensen. Ze vertellen je allemaal om niet op te geven, ze hopen dat je niet faalt in je plan. Maar de enige manier waarop je echt kunt falen is doen wat anderen verwachten wanneer je voor jezelf je doel al bereikt hebt.

And just like that, the cycling days were over.

Een dag later nam ik de bus naar Adelaide en ben ik trots op alle keuzes die ik gemaakt heb.

Gratis voor jou: De ultieme reisgids voor backpacken in Australië

In deze ultieme gratis reisgids ontdek je de 8 tofste routes, 455 highlights en alles wat je moet regelen voordat je vertrekt. Haal dus nu het maximale uit je reis en download deze gids gratis.

[btn text=”Download gratis ” link=”#surveyslam#5874″ tcolor=”#ffffff” bcolor=”#ef855c” thovercolor=”#ffffff” icon=”kt-icon-smiley”]

“Deze reisgids is echt het meest handige ding ooit”

Meer lezen over dit avontuur? Check hier de andere delen van ‘Fietsen door Australië’!